De bescherming van planten, dieren, natuurgebieden en houtopstanden is in Nederland geregeld in de Omgevingswet en provinciaal beleid. De regelgeving heeft als doel het behoud van soorten en hun leefgebieden en het voorkomen van onnodige schade aan planten, dieren, natuurgebieden en houtopstanden. Ruimtelijke ontwikkelingen maar ook overige werkzaamheden zoals beheer en onderhoud kunnen leiden tot overtreding van verbodsbepalingen en het provinciale beleid. In planprocedures of bij het aanvragen van een omgevingsvergunning/BOPA dient een quickscan Natuur of een Natuurtoets te worden uitgevoerd om inzicht te geven of de activiteit strijdig is met de huidige regelgeving.
De quickscan Natuur bestaat uit een locatiebezoek en bureaustudie. Het locatiebezoek bestaat uit een visuele beoordeling of ter plaatse van de voorgenomen activiteit beschermde natuurwaarden mogelijk aanwezig kunnen zijn. Tijdens de bureaustudie wordt op basis van de Nationale Databank Flora en Fauna nagegaan welke beschermde soorten aanwezig kunnen zijn en wat de ligging is van de locatie ten opzichte van beschermde gebieden. In de rapportage wordt beschreven of de voorgenomen activiteit mogelijk in strijd is met huidige wet- regelgeving en welke vervolgstappen nodig zijn.
Als blijkt dat de activiteit mogelijk in strijd is met de huidige regelgeving is een vervolgonderzoek noodzakelijk. Er kan sprake zijn van soortenonderzoek of toetsing gebaseerd op gebiedsbescherming.
De zorgplichten zijn verankerd in de Omgevingswet. Hierin wordt voorgeschreven dat nadelige gevolgen voor planten en dieren voorkomen moeten worden. Het uitgangspunt van de zorgplichten is dat het doden, verwonden, verontrusten of beschadigen van flora en fauna wordt vermeden. Deze zorgplicht geldt voor iedereen.